In de hydrologie wordt de doorlatendheid van de grond uitgedrukt met de k-waarde, ook wel permeabiliteit of hydraulische conductiviteit genoemd. De k-waarde wordt uitgedrukt in meter per dag. Hoe beter water wordt doorgelaten, hoe hoger de k-waarde van een materiaal. Zo laat zandgrond over het algemeen redelijk tot goed water door, in tegenstelling tot bijvoorbeeld klei of leem. Zandgrond heeft dan ook een aanzienlijk hogere k-waarde dan klei.
Een k-waarde van 1 houdt in dat een regendruppel zich per etmaal 1 meter verplaatst. Zo heeft fijn zand volgens het Grondwaterzakboekje van Bot een k-waarde van 1 tot 10. Dit betekent dat fijn zand per 24 uur 1 tot 10 meter water doorlaat. De k-waarde zegt niet alleen iets over de doorlatendheid van het materiaal, maar ook iets over de vertragingsfactor. Die vertragingsfactor kan belangrijk zijn voor een goede werking van een watermanagementsysteem. Om overbelasting te voorkomen, kan het namelijk wenselijk zijn dat water vanuit een buffer niet te snel wordt afgegeven aan de bodem of bij piekbuien vertraagd wordt afgevoerd naar oppervlaktewater of het riool.
De k-waarde is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de hoeveelheid fijne deeltjes en de gemiddelde korrelgrootte van een materiaal. De doorlatendheid varieert dan ook per locatie. Voor het bepalen van de k-waarde bestaan verschillende meettechnieken. Zo kan de dubbele ring test gebruikt worden. Daarbij worden twee concentrische ringen in de bodem gestoken. Vervolgens wordt bijgehouden hoe snel het water in de ringen zakt. Bij de boorgatmethode wordt een gat geboord in de grond. Door dit gat onder water te zetten en bij te houden hoeveel water moet worden bijgevoegd om het waterpeil in het gat constant te houden, kan ook de k-waarde bepaald worden.
Net als de grondwaterstand speelt de doorlatendheid van de grondsoort een belangrijke rol in de effectiviteit van een infiltratievoorziening. Daarom voeren gemeenten, waterschappen en projectontwikkelaars vaak doorlatendheidsmetingen uit. De gemeten doorlatendheid kan vervolgens worden gebruikt bij het ontwerpen van een infiltratievoorziening. Meestal wordt voor infiltratie een minimale k-waarde aangehouden van 1 of 2 meter per 24 uur.
Het infiltratiesysteem Rockflow is onderdeel van ROCKWOOL. Het Rockflow infiltratiesysteem is opgebouwd uit steenwolelementen die het water opnemen en gedoseerd afgeven aan de bodem. De k-waarde van deze steenwolelementen bedraagt 50 tot 200 meter per 24 uur, afhankelijk van het type steenwol dat toegepast wordt. Daarmee is de k-waarde van een watermanagementsysteem van Rockflow vergelijkbaar met die van grof zand of fijn grind.
Een kubieke meter steenwol kan maar liefst 950 liter water absorberen in 10 minuten. Grof zand en fijn grind hebben een vergelijkbare k-waarde, maar een veel lagere opslagcapaciteit. De capillaire werking van de Rockflow steenwolelementen kan bijvoorbeeld van pas komen bij extreme regenval, wanneer overtollig regenwater moet worden afgevoerd naar oppervlaktewater of het riool. Door het water vertraagd af te voeren, kan overbelasting worden voorkomen.
Rockflow is een innovatief watermanagementsysteem dat de neerslag van extreem zware regenbuien snel en effectief buffert om het daarna gedoseerd te infiltreren in de bodem of af te voeren naar het rioolsysteem.
Schoon regenwater komt via dakgoten en regenpijpen in een gemengd rioolstelsel terecht. Lees hier waarom het afkoppelen van regenwater belangrijk is.
Regenwater kan tot onnodige belasting van rioolstelsel en zuiveringsinstallaties leiden. Lees alles over infiltratiekratten als infiltratiemethode.
Per jaar valt veel regenwater. Deskundigen verwachten dat dit steeds meer wordt. Hoe wordt dit opgevangen en wat gebeurt er met het regenwater?
Business Manager - Stedelijke Klimaatadaptatie,
Lapinus